Doel van dit project: Het onderzoek naar chloroquine en de behandeling voor hersentumoren verder ontwikkelen.
Bijdrage Stichting STOPhersentumoren.nl: 45.854,- euro per 1 november 2015
Eerder onderzoek van MAASTRO lab heeft aangetoond dat chloroquine (CQ), een antimalaria middel, autofagie remt waardoor het de hypoxische fractie in tumoren vermindert en de tumor gevoeliger is voor radiotherapie 6. Onder zuurstofarme omstandigheden is de verhoogde autofagie-activiteit een alternatieve bron van nutriënten (recycling) en voor energieproductie. Het energie verbruik in EGFRvIII positieve cellen is verhoogd. Vandaar dat EGFRvIII-positieve tumoren extra gevoelig zijn voor behandeling met CQ 3. Op basis van dit onderzoek is CQ aangewezen als weesgeneesmiddel voor de behandeling van gliomen door zowel de Europese Commissie als de US Food and Drug Administration (EU/3/14/1377 & FDA #15-4750) (Bijlage 6 en 7). De erkenning van CQ als weesgeneesmiddel vergemakkelijkt de klinische implementatie.
Het effect van CQ bij patiënten met een GBM is eerder bestudeerd in een kleine gerandomiseerde fase III studie 7. In deze studie, hoewel statistisch niet significant, verbeterde de overleving van 11 naar 24 maanden door de combinatiebehandeling van bestraling, carmustine en een dagelijkse inname van 150mg CQ. Een verdere analyse van het tumorweefsel door MAASTRO lab toonde aan dat tumoren met EGFRvIII expressie de meeste winst hadden ten gevolge van de behandeling met CQ. De intracellulaire effecten van CQ zijn echter dosisafhankelijk 8, waardoor een hogere dosis potentieel een groter effect kan bewerkstelligen. Daarnaast was het aantal geïncludeerde patiënten in bovengenoemde studie te klein om statistisch significante verschillen in overleving eenduidig aan te kunnen tonen en is onderzoek naar het effect van CQ in combinatie met de huidige standaard chemotherapie, temozolomide (TMZ), essentieel.
Beoogd einderesultaat: Het beoogde eindresultaat van dit gehele project is het aantonen van de effectiviteit van CQ, als autofagie inhibitor, bij de behandeling van patiënten met een GBM. Wij hopen een verbetering van overleving en progressie vrije overleving aan te kunnen tonen voor deze patiënten, met behoud van kwaliteit van leven. Daarnaast hopen wij aan te kunnen tonen dat EGFRvIII een predictieve biomarker is voor het toevoegen van CQ aan de behandeling van patiënten met een GBM.