Doneer nu qxif-angle-right

20 augustus 2012

Niet ver(voor)oordeelt

Wat een nieuws deze week met betrekking tot de honkballer Jason Halman. Hij wordt niet vervolgd vanwege het doden van zijn broer tijdens een psychose. Volgens de gedragsdeskundigen van het Pieter Baancentrum die Halman onderzochten was hij volledig ontoerekeningsvatbaar op het moment van zijn daad. Daarom kan Jason niet voor zijn daden worden vervolgd. Terwijl vele Nederlanders meteen stigmatiserend uit hun stoel opspringen met in de hoofden de gedachte; ā€œJason heeft zijn broer vermoord, waartoe is die gek nog meer in staat?ā€, wordt er direct bij verteld dat de kans op herhaling nihil is. Wat is het recht toch prachtig! Hier is niet ver(voor)oordeelt.

Wij mensen zijn de besten in het verzinnen van allerlei vooroordelen. Met deze ā€œetikettenā€ die wij elkaar opplakken maken wij het onszelf makkelijker om onszelf met andere mensen te vergelijken en te onderscheiden. Daarbij de feiten uit het oog verliezend. Zieke Jason wordt door het vooroordeel verward met een gevaarlijke crimineel. Echter een normaal mens welke een psychose doormaakt is niet een psychopaat. Zijn directe naasten weten gelukkig het verschil. Deze ideeĆ«n over een psychose maken het voor de mensen die deze ziekte hebben doorgemaakt niet makkelijk om hun plek in de maatschappij weer in te nemen. Veel van de misvattingen in de omgang met mensen met een psychose komen voort uit angst en onwetendheid. Dat is wel merkwaardig, want het is een ziekte die heel veel voorkomt.

Elk jaar maken 6400 Nederlanders een psychose door. Ruim 1 op de 100 Nederlanders heeft ooit een psychose gehad. Als ook de rechter ver(voor)oordeelt dan zouden de gevangenisbedden niet meer aan te slepen zijn. Het raakt mij dat Jason is vrijgesproken. Ook ik heb een psychose doorgemaakt begin dit jaar. Niet vanwege ziekte en erfelijke belastbaarheid zoals Jason, maar omdat ik het verkeerde medicijn voor mijn epilepsie kreeg voorgeschreven. Een aantal weken was ik gedeeltelijk de weg kwijt. Gelukkig heb ik geen strafbare zaken gepleegd en was mijn ergste vergrijp ongeremd twitteren. Echter bij vele mensen om mij heen plakt op mijn hoofd nog steeds het etiket ā€œgekā€. Ook al leggen mijn vrouw en de artsen hun uit dat ook bij mij de kans op herhaling nihil is. Het etiket wordt niet van mijn voorhoofd getrokken. In de omgang met deze mensen blijft het stigma aanwezig als een pijnlijke herinnering. Terwijl mijn leven weer normaal verder gaat zijn deze mensen eigen rechtertje gaan spelen en blijf ik ver(voor)oordeelt.